Nederlandse waarden op scholen

Wanneer religieuze leefregels conflicteren met de Nederlandse wet, gaat de Nederlandse wet altijd voor.

Iedereen heeft het recht te geloven wat hij of zij wil; dus ook het recht om van zijn of haar geloof af te vallen.

Iedereen heeft het recht godsdienstige ideeën te bekritiseren, te ridiculiseren, te analyseren en in twijfel te trekken.

Alle mensen zijn fundamenteel gelijkwaardig, ongeacht geslacht, ras of seksuele gerichtheid.

De partnerkeuze is vrij; uithuwelijking en kindhuwelijken zijn onaanvaardbaar.

Bij schending van deze waarden door scholen volgt een waarschuwing en een boete; na een tweede waarschuwing volgt sluiting, beëindiging van de activiteiten en strafrechtelijke vervolging van de verantwoordelijke functionarissen.

Religieuze scholen moeten hun leerlingen in aanraking brengen met andere levensovertuigingen en hun leerlingen de ruimte bieden een ander geloof of géén geloof te omarmen. Het curriculum geeft ruimte aan kennis in de breedste zin en de holocaust wordt op alle scholen onderwezen.

Er komt een verbod op buitenlandse financiering van religieuze scholen en instellingen.

Er komt een verbod op het dragen van niqaabs, bivakmutsen en andere gezichtsbedekkende kleding in het openbaar.

Welke partij wilde deze waarden en normen vast laten leggen voor scholen in een wet?